Een racefiets is je beste vriend op de weg, maar net als elke goede vriend heeft hij af en toe wat aandacht nodig. Regelmatig onderhoud zorgt ervoor dat je fiets soepel blijft rijden, langer meegaat en je veilig op de weg houdt. Geen zorgen, je hoeft geen fietsmonteur te zijn om je racefiets in topconditie te houden. Met een paar simpele stappen kom je al een heel eind!
Stap 1: De aandrijving van je fiets schoonmaken
Een schone aandrijving is cruciaal voor goede prestaties en een lange levensduur van je onderdelen. Begin met het verwijderen van het grofste vuil met een borstel. Een oude tandenborstel werkt hier perfect voor. Vervolgens kun je een ontvetter gebruiken, speciaal voor fietsen. Spuit dit op de ketting, cassette (de tandwielen achter) en de voorderailleur (waar de ketting voor over de tandwielen loopt). Laat de ontvetter even inwerken en spoel het daarna af met water. Droog de aandrijving goed af met een doek.
Waarom is dit belangrijk? Een vuile aandrijving zorgt voor meer wrijving, waardoor je harder moet trappen en je onderdelen sneller slijten. Denk aan een piepende ketting of versleten tandwielen. Door je aandrijving regelmatig schoon te maken, voorkom je dit en bespaar je jezelf geld op de lange termijn.
Tip: Maak je aandrijving na elke rit schoon als je in natte of modderige omstandigheden hebt gefietst. In droge omstandigheden is één keer per week of per twee weken voldoende.
Stap 2: Je banden controleren en oppompen
De bandenspanning is ontzettend belangrijk voor je rijcomfort, snelheid en veiligheid. Te zachte banden zorgen voor meer rolweerstand, waardoor je harder moet trappen en meer kans hebt op lekrijden. Te harde banden kunnen daarentegen oncomfortabel zijn en zorgen voor minder grip in bochten.
Controleer voor elke rit de bandenspanning met een pomp met een drukmeter. De juiste bandenspanning staat meestal aangegeven op de zijkant van de band. Pomp je banden op tot de aanbevolen druk. Let op: de spanning wordt gemeten in Bar of PSI. Vergeet niet om ook de staat van je banden te controleren op slijtage of beschadigingen zoals steentjes of glassplinters.
Voorbeeld: Stel, je bandenspanning moet tussen de 7 en 9 Bar zijn. Als je bandenspanning op 5 Bar staat, pomp je ze op tot minimaal 7 Bar. Voel met je duim op de band om te controleren of ze hard genoeg aanvoelen.
Stap 3: Je remmen controleren en afstellen
Goed functionerende remmen zijn essentieel voor je veiligheid. Controleer regelmatig of je remmen goed pakken en of de remblokjes nog voldoende dik zijn. Remblokken slijten na verloop van tijd, dus het is belangrijk om ze te vervangen als ze te dun zijn geworden. Je kunt de dikte van de remblokjes meestal zien aan de slijtage-indicator op het blokje zelf.
Om je remmen af te stellen, kun je de remkabel strakker of losser zetten met de stelschroef bij de remhendel. Zorg ervoor dat de remmen niet aanlopen tegen de velg en dat ze voldoende remkracht hebben.
Tip: Als je niet zeker weet hoe je je remmen moet afstellen, kun je dit het beste laten doen door een fietsenmaker. Het is belangrijk dat je remmen goed werken, dus neem geen risico’s.
Stap 4: Je versnellingen afstellen
Snel en soepel schakelen is belangrijk voor een fijne fietservaring. Als je merkt dat je ketting overslaat, moeilijk schakelt of lawaai maakt, dan moeten je versnellingen waarschijnlijk afgesteld worden.
Je kunt de versnellingen afstellen met de stelschroeven op de derailleurs. Met de stelschroeven op de voorderailleur kun je de ketting mooi tussen de kettingbladen laten lopen. Met de stelschroeven op de achterderailleur kun je de ketting goed over de cassette laten schakelen.
Voorbeeld: Als je ketting van het kleine kettingblad naar het grote kettingblad wilt schakelen en de ketting valt er niet goed op, dan kun je de kabel van de voorderailleur iets strakker zetten met de stelschroef. Draai steeds kleine beetjes aan de stelschroef en test tussendoor of het schakelen verbetert.
Stap 5: Je fiets schoonmaken
Naast het schoonmaken van de aandrijving is het ook goed om je hele fiets regelmatig schoon te maken. Dit zorgt er niet alleen voor dat je fiets er mooi uit blijft zien, maar ook dat vuil en zand je lak en onderdelen niet beschadigen.
Gebruik een emmer warm water met wat fietsshampoo of een mild afwasmiddel. Met een spons of zachte borstel kun je je frame, wielen en andere onderdelen schoonmaken. Spoel daarna alles goed af met schoon water en droog je fiets af met een doek.
Tip: Spuit je fiets niet af met een hogedrukreiniger. De hoge druk kan water in de lagers persen en schade veroorzaken.
Stap 6: Regelmatig onderhoud bij de fietsenmaker
Ook al kun je veel zelf doen aan het onderhoud van je racefiets, het is toch verstandig om je fiets minstens één keer per jaar naar de fietsenmaker te brengen voor een grote beurt. Een fietsenmaker heeft de juiste kennis en gereedschap om je fiets grondig te controleren en eventuele problemen op te lossen.
Tijdens een grote beurt controleert de fietsenmaker onder andere de lagers, de remmen, de versnellingen en de wielen. Ook kan hij je adviseren over de staat van je onderdelen en of er iets vervangen moet worden.
Voorbeeld: Slijtage van de ketting en cassette kun je zelf moeilijk beoordelen. De fietsenmaker heeft daar speciale meetinstrumenten voor en kan je vertellen wanneer ze aan vervanging toe zijn. Hiermee voorkom je onnodige slijtage aan andere onderdelen.
